intervallen

11 jan Intervallen, ook belangrijk bij wandelen

Intervallen

Intervallen, wat is het precies?
Je wisselt tijdens een interval snellere en langzamere tempo’s af.
Door intervallen te trainen leer je in een sneller tempo te lopen én dit tempo langer vol te houden.
Je conditie gaat er op vooruit en tegelijkertijd ook je snelheid.

Dat het bij hardlopen een must was, wist ik al.
Zelf heb ik een hekel aan intervallen, ik vind het simpelweg niet leuk om te doen. Tijdens mijn hardloopperiode liep ik liever lang in één en hetzelfde tempo.
Het gevolg daarvan was dat ik geen snelle loper was en ik ook niet sneller werd en mijn conditie bleef ook een beetje hangen.
Maar blijkbaar is het ook voor een wandeltraining belangrijk zo leerde ik van de wandeltrainer Wanda Catsman.

 

Intervallen tijdens wandelen

Door intervallen toe te passen train je naast snelheid en conditie ook je spierkracht. Voor duursporters is dat belangrijk, je spieren verzuren dan minder snel.
Aangezien veel mensen lange afstanden wandelen, kun je wandelen ook rekenen tot duursport en dus is intervallen belangrijk.
Dan moet je wel al wat getraind hebben, voor beginnende wandelaars is het inzetten van intervallen nog niet nodig.
Het is best belastend voor je lichaam en dat is voor beginners juist niet de bedoeling.

Ben je beginnende wandelaar, dan train je eerst ‘gewoon’ het wandelen.
Als dat goed gaat en je een tijdje bezig bent, dan kun je gaan intervallen tijdens je wandelingen.
Aangezien ook ik mijn wandelingen wil gaan uitbreiden, zal ik dus wederom aan de intervaltraining moeten.
Misschien dat ik het tijdens het wandelen beter volhoud of leuker vind dan tijdens hardlopen.

 

Opbouw

Er bestaan verschillende berekeningen voor intervallen.
Belangrijk is je anaerobe zone bij deze berekening, die weet je als je een inspanningstest hebt gedaan en je maximale hartslag bekend is.
Weet je dit niet of is dit vermoedelijk veranderd en heb je geen zin in weer een inspanningstest, dan kun je ook zonder hartslagmeter trainen. Dat is dan wel meer op gevoel.

Intervallen bestaan grofweg uit drie tempo’s:

  • Tempo 1 is je gebruikelijke wandeltempo, je raakt niet buiten adem en kunt gewoon kletsen tijdens het wandelen.
  • Tempo 2 is een versnelling van je tempo, je hartslag gaat omhoog, je raakt net iets meer buiten adem en ook nu kun je nog wel praten en tegelijkertijd het tempo volhouden.
  • Tempo 3 is het snelste tempo waarbij je flink doorloopt en het je niet meer lukt een gesprek op gang te houden.

Deze tempo’s wissel je af. Loop je bijvoorbeeld tijdens je intervallen tien minuten in tempo 3, dan loop je daarna vijf minuten in tempo 1 om te rusten, vervolgens tien minuten tempo 2, vijf minuten tempo 1.
Er bestaan online verschillende schema’s waarmee je je training op kunt bouwen om het effectief aan te pakken.

Omdat ik mee doe aan de wandelchallenge van Wanda Catsman, pas ik de intervallen wel toe om ermee te oefenen.
Niet heel consequent volgens een schema, maar tijdens elke wandeling versnel ik steeds een paar minuten in verschillende tempo’s.
Ga ik echt weer afstanden wandelen, ja dan moet ook ik er weer echt aan gaan geloven.
Wil jij er ook mee aan de slag? Doe dan wel altijd een goede inloop- en uitlooptijd voor en na van ongeveer tien minuten.
Warming up en cooling down is immers altijd belangrijk voor en na een training!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Geen reactie's

Geef een reactie